Een dagje naar de Marker Wadden
De Marker Wadden liggen er alweer een paar jaar maar het was er tot voor kort nog niet van gekomen dit nieuwste stukje Nederland te bezoeken. Op een mooie dag eind maart nam ik dan toch, samen met reisgenoot R., de veerboot vanuit Lelystad om een kijkje te nemen op de natuurarchipel in het Markermeer. Onze hooggespannen verwachtingen werden meer dan waargemaakt door zowel het landschap als de architectuur. En het fotogenieke weer met mooie wolkenluchten werkte ook ruimhartig mee.
Zoom uit voor context, zoom in voor details…
Markermeer
Het Markermeer bestaat pas sinds in 1976 de Houtribdijk tussen Lelystad en Enkhuizen werd aangelegd. Daarvoor was deze plas water onderdeel van het IJsselmeer en nog langer geleden was hier de Zuiderzee. Lange tijd was het de bedoeling het Markermeer in zijn geheel in te polderen. Maar in 2003 werd definitief besloten af te zien van deze Markerwaard.

Troebel
Sindsdien fungeert het meer als onze nationale regenton, een handige zoetwaterbuffer tijdens droge zomers. Maar met de natuur ging het er lange tijd niet zo goed. Als gevolg van de afsluiting werd het water in het meer nauwelijks nog ververst. Slib op de bodem van het ondiepe meer werd door de wind in beweging gebracht; het water werd troebel en het bodemleven verstikte. En de vele kunstmatige oevers werkten ook niet mee. Het meer werd een grote bak troebel water met steeds minder planten, vissen en vogels.

Wadden
Om de natuur een handje te helpen werd het plan opgevat om in een klein deel van het meer alsnog wat stukjes land te maken: de Marker Wadden. In de luwte tussen de eilanden zou het slib kunnen bezinken. Het water zou helderder worden en het waterleven zou terugkeren. En er zouden in één klap vele kilometers natuurlijke oever bij komen. En zo geschiedde.

Aanleg
De Marker Wadden zijn, voor Nederlandse begrippen, razendsnel tot uitvoering gekomen. In 2012 publiceerde Natuurmonumenten de plannen voor een nieuw natuurgebied in de noordoosthoek van het Markermeer. In 2016 werd daadwerkelijk begonnen met de aanleg van de vijf eilanden. Sinds 2018 is het hoofdeiland toegankelijk voor publiek. En in 2023 werden nog twee nieuwe eilanden aan de archipel toegevoegd.
Als je er nu rondloopt is het moeilijk voor te stellen dat dit gebied tien jaar geleden nog een watervlakte was. De duinen, de moerassen, de rietvelden: het is net of ze er altijd al geweest zijn. De Wadden zijn dan ook al lang en breed ontdekt door allerlei vogels; er wordt heel wat afgekwetterd op deze voorjaarsdag.

Dorpje
Wat ik zelf erg prettig vind is dat de architectuur geen ondergeschoven kindje is. Natuurmonumenten had ook gewoon een paar bouwkeetjes of containers neer kunnen pleuren. Maar in plaats daarvan is er een prachtig fotogeniek dorpje gebouwd in de duinen tussen het strand en de havenkom, bereikbaar via een slingerend pad vanaf de veersteiger. Met een havenkantoor, een bezoekerscentrum annex strandtent, wat vakantiehuisjes en een groepsaccommodatie.

Zelfvoorzienend
Ieder gebouwtje is anders maar ze zijn wel familie van elkaar, door de creatieve dakvormen en de gevels van onbehandeld larikshout uit Nederlandse bossen. Ook de vogelkijkhutten en de iconische uitkijktoren zijn in dezelfde stijl ontworpen. En de nederzetting is helemaal zelfvoorzienend: elektriciteit wordt opgewekt met zonnepanelen en een windmolen, water komt uit het meer en wordt ter plaats gefilterd, afvalwater wordt gezuiverd door een helofytenfilter. Off grid, heet dat met een goed Nederlands woord.

Award
Kortom: een pluim voor Natuurmonumenten voor dit samenhangend ontwerp van landschap, stedebouw en architectuur. En natuurlijk voor de betrokken bureaus: Vista, Palmbout en Ziegler Branderhorst. Ik sta trouwens niet alleen in mijn waardering: in 2021 werden de Marker Wadden bekroond met de Dutch Design Award in de categorie habitat.



Bestemming
En verder is het natuurlijk gewoon leuk dat er in ons volle landje zomaar ineens een nieuwe bestemming is bijgekomen, een fijne plek om naar toe te gaan. Dat mag van mij vaker gebeuren; misschien kan er in de Noordzee ook een leuk eiland gemaakt worden. Durf te dromen…

Wandeling
De Markerwadden zijn op dit moment ongeveer acht vierkante kilometer groot. Het hoofdeiland is zo’n tweeënhalve vierkante kilometer. Groot genoeg om een leuke wandeling te maken, over slingerende paden en deels over vlonders. Hoewel er een aantal mogelijkheden waren afgesloten vanwege het broedseizoen hebben we toch zeven kilometer gewandeld. En nog zijn we niet overal geweest.

Oversteek
Een beetje avontuurlijk werd het toen we langs de dijk aan de westkust terug wilden lopen naar het dorp. Op die route bevinden zich drie verdiepte plekken waar het water naar binnen stroomt. Het is daar maar een paar centimeter diep maar dat is genoeg om ons te doen besluiten de oversteek op blote voeten te maken. Ik moest even terugdenken aan het doorwaden van IJslandse riviertjes. Al was het water daar nog wel wat kouder.

Zwemmen
Als badgast heb je op de Markerwadden niet veel te zoeken. De meeste stranden waren tijdens ons bezoek afgesloten in verband met het broedseizoen. Een tweede Zandvoort, laat staan een tweede Ibiza, zal dit eiland nooit worden. Maar het strand bij de haven is wel toegankelijk. Reisgenoot R. kon de verleiding niet weerstaan daar een duik te nemen. En ook het zwemwater werd, hoewel nog wat frisjes, goedgekeurd.

Uitbreiding
In de toekomst worden de Marker Wadden misschien nog veel groter: zo’n 100 vierkante kilometer waarvan bijna de helft boven water. Dat is overigens nog maar een zevende van de totale oppervlakte van het Markermeer. Op dit moment onderzoekt Natuurmomenten de opties voor uitbreiding. Daarbij wordt ook gekeken hoe de bestaande eilanden verstevigd kunnen worden. Vooral storm Henk heeft namelijk nogal huisgehouden op de zandige kust in het noord- en zuidwesten.
Hopelijk wordt een deel van de uitbreiding ook toegankelijk voor tweebenige primaten. Het zou leuk zijn als een wandeling van 15 tot 20 kilometer mogelijk wordt. Ik kan niet wachten.
